De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) heeft in 2018 bij veel veehouders fosfaatrechten ingetrokken, omdat RvO van mening was dat een deel van het vee niet viel onder de definitie melkvee. RvO lijkt daar nu deels op terug te komen.

Nadat ik dit artikel plaatste, oordeelde de rechter op 16 april 2019 dat RvO inderdaad de fosfaatrechten niet mocht intrekken. De Beleidsregel fosfaatrechten jongvee was juridisch niet juist. Lees hier mijn artikel daarover.

Herziening beschikking fosfaatrechten

Het stelsel van fosfaatrechten richt zich op landbouwbedrijven met bedrijfsmatig gehouden melkvee (diercategorie 100, 101 en 102). Fosfaatrechten zijn in principe niet bedoeld voor vleesveehouders. Toch kregen vleesveehouders ook te maken met fosfaatrechten, omdat voor het jongvee dat later een kalf krijgt, wel fosfaatrechten nodig zijn. De minister heeft dit recht proberen te zetten door de publicatie van de Beleidsregel fosfaatrechten jongvee. Hierin staat dat geen fosfaatrechten nodig zijn voor jongvee van vleesveehouders dat geen kalf krijgt. Wanneer RvO van mening was dat veehouders onterecht (teveel) fosfaatrechten hadden gekregen, kregen veehouders vorig jaar een ‘Herziening beschikking fosfaatrechten’. Ik schreef toen al dat wat mij betreft RvO überhaupt niet zomaar fosfaatrechten mag ‘herzien’ (klik hier om dat artikel te lezen).

Definitie melkvee

Het lijkt erop dat RvO de fosfaatrechten introk, wanneer deze waren gebaseerd op runderen die niet hadden afgekalfd, maar zijn geslacht. Zeker weten doe ik het niet, aangezien RvO geen lijst meestuurt van de runderen waarop RvO het intrekken van fosfaatrechten baseert. RvO gaf in diverse hoorzittingen aan dat het besluit op dat punt nader onderbouwd zal worden.

RvO kijkt dus vooral naar de uiteindelijke bestemming van de runderen bij de uitleg van het begrip ‘melkvee’. Dat klopt naar mijn mening niet. Neem nou een veehouder die vaarzen opfokt voor een melkveehouder. In principe vallen die opfokvaarzen gewoon onder het begrip ‘melkvee’ (ook volgens RvO). Het komt echter voor dat sommige pinken niet of slecht drachtig worden. In zo’n geval blijkt het doel van de veehouder om een opfokvaars van het rund te maken, niet haalbaar en kan de veehouder besluiten om het betreffende rund (al dan niet via tussenhandel) naar de slacht af te voeren. Ook komt het voor dat sommige runderen onverhoopt vroegtijdig dood gaan (voordat ze zelf een kalf hebben gehad). Zoals gezegd lijkt het erop dat RvO het intrekken van fosfaatrechten juist op deze runderen baseert en dat is naar mijn oordeel onjuist.

Komt RvO hier op terug?

In de hoorzittingen die ik de afgelopen weken over dit onderwerp heb gehad bij RvO, gaf RvO aan dat ze graag nader bewijs willen hebben waaruit blijkt dat de veehouder daadwerkelijk de bedoeling had van die runderen ‘melkvee’ te maken. Je kunt dan denken aan bewijs met betrekking tot inseminatie/samenweiding of onvruchtbaarheid (zoals documenten uit CRV Deklijst, Veemanager of Comru, tabellen of dierenartsverklaringen). Door dit bewijs op te vragen, lijkt het erop dat RvO terugkomt van het beleid dat alle runderen die geslacht zijn zonder zelf een kalf te hebben gehad, per definitie niet onder het begrip ‘melkvee’ vallen.

Vul je bezwaargronden aan!

Heb je een beschikking herziening fosfaatrechten ontvangen en kun je nog in bezwaar? Of heb je een bezwaarprocedure hierover lopen? Zorg dan dat je tijdig bovenstaande argumenten aanvoert (wanneer je dat nog niet hebt gedaan). Je kunt nieuwe gronden in ieder geval tot de hoorzitting aanvoeren.

Loop jij hier ook tegen aan? Bel (06 340 93 944) of mail (info@nico-advocatuur.nl) mij gerust. Ik heb meerdere bezwaarprocedures lopen tegen het intrekken van fosfaatrechten en help jou ook graag.

De agrarische sector gaat mij aan het hart. Nieuwsgierig naar mijn achtergrond in de mooie sector en wat ik doe voor agrarisch ondernemers? Lees hier meer.