Goede exportcijfers agro

Slimme koppen aan de Wageningen Universiteit hebben berekend dat Nederland in 2018 voor een bedrag van € 90,3 miljard aan landbouwproducten heeft geëxporteerd. Nederlandse boeren behoren tot de wereldtop en zijn koploper in goed en efficiënt produceren van voedsel. Da’s toch een behoorlijke prestatie voor zo’n klein land.

Weinig rendement op boerderij

Met zo’n enorme prestatie zou je zeggen dat de boeren het financieel in Nederland goed voor elkaar hebben. Toch is dat niet zo. Eén van de verklaringen is dat er veel geld door andere spelers in de keten wordt opgesnoept. Een paar spelers in die keten hebben erg veel macht. Zo worden landbouwproducten door een handvol inkoopkantoren ingekocht, die enorm veel macht hebben. Boeren moeten maar akkoord gaan met de prijs die hen wordt geboden. Een aardappelteler ontvangt bijvoorbeeld voor een kilo aardappelen die in de supermarkt € 1,30 kost, gemiddeld € 0,17. Pluimveehouders ontvangen nog minder voor hun eieren: € 0,80 per tien scharreleieren, terwijl de consument € 2,24 voor een doosje van tien scharreleieren betaalt. Op die manier zijn boeren gedwongen zoveel mogelijk te produceren, om nog een boterham te kunnen verdienen. Daardoor onderscheiden ze zich nauwelijks van andere boeren, waardoor het systeem in stand blijft. Dat kan anders.

Oregional: een bewezen concept

Zo vertelde Gerard Titulaer laatst op een avond van de Landbouw Contact Commissie enthousiast over Oregional. Dit is een coöperatie van boeren en telers uit de regio Arnhem, Nijmegen en de Liemers. Zo’n 20 boerenleden en nog wat leveranciers uit de regio leveren jaarrond een breed assortiment: van blauwe bessen tot biefstuk, van verse streekfriet tot vrijland-eieren. Zij leveren aan lokale afnemers, zoals zorginstellingen en horeca. Op die manier krijgen ze een betere prijs voor hun producten. Bovendien is het ook beter voor het milieu, aangezien de producten niet de hele wereld over hoeven te worden gesleept.

Ook in Overijssel meer lokaal eten

Het marktaandeel voor duurzaam, lokaal geproduceerd voedsel groeit al jaren op rij. Toch is er nog veel werk aan de winkel. Gelukkig wordt daar in Overijssel ook aan gewerkt. Zo liggen er tegenwoordig regionale producten in diverse Aldi-filialen in Overijssel. Bijvoorbeeld boerenbieflappen van melkveehouder René uit Dalfsen en wortels van akkerbouwer Martin uit Dronten. En niet te vergeten: Staphorster kaas 50+ met weidekruiden. Het zou mooi zijn wanneer we als consument weer trots zouden worden op Nederlandse, lokale producten.

De agrarische sector gaat mij aan het hart. Nieuwsgierig naar mijn achtergrond in de mooie sector en wat ik doe voor agrarisch ondernemers? Lees hier meer.

Vragen? Neem gerust vrijblijvend contact met mij op (06 340 93 944 of info@nico-advocatuur.nl).

Bovenstaande column verscheen op 5 februari 2019 in De Staphorster.