Begin mei 2020 maakte landbouwminster Schouten bekend hoe ze invulling geeft aan haar veevoermaatregel. Dit betreft een van de maatregelen die het kabinet neemt om uitstoot van stikstof te verminderen. Rantsoenadviseur Albart Coster en ik vrezen dat deze regeling voor stikstof in voer niet zal bijdragen aan vermindering van stikstofuitstoot. De regeling is bovendien strijdig met het idee van kringlooplandbouw en leidt tot extra kosten. Wij bepleiten een beter doordachte, integrale aanpak. Lees hieronder meer. Direct al een vraag? Neem gerust vrijblijvend contact op via 06 340 93 944 of info@nico-advocatuur.nl. Het eerste telefonische gesprek is gratis.

Eiwit en stikstof

Met haar veevoermaatregel probeert Schouten de uitstoot bij de bron aan te pakken. Het rantsoen van melkkoeien bevat eiwit. Eiwit bevat op zijn beurt weer stikstof. Een deel van dit eiwit wordt door de koe omgezet in groei en melk en zodoende benut. Het onbenutte deel verlaat de koe als urine en mest. Wanneer deze samenkomen ontstaat er ammoniak. Hoe minder stikstof de koe onbenut verlaat, hoe lager de ammoniakuitstoot.

Regeling stikstof in voer melkvee

De minister publiceerde een regeling waarmee maxima worden gesteld aan het ruw eiwitgehalte van krachtvoer. Het rantsoen van melkvee bestaat voor ongeveer een kwart uit krachtvoer. De rest van het voer bestaat uit het ruwvoer (voornamelijk gras(kuil), hooi en maïs). Krachtvoer fungeert vaak als ‘de regelknop’ van het rantsoen en wordt benut om het ruwvoer aan te vullen en het rantsoen te optimaliseren. Een melkveehouder mag – kort gezegd – op basis van de nieuwe regeling voor zijn melkvee in de laatste vier maanden van dit jaar alleen krachtvoer gebruiken dat voldoet aan de door de minister gestelde maxima aan eiwitgehaltes. Het doel is een (uiterst geringe) emissiereductie van 0,2 kton ammoniak te halen in de laatste 4 maanden van 2020.

Grasboeren de klos

De regeling druist allereerst in tegen het idee van kringlooplandbouw, terwijl Nederland volgens Schouten koploper moet worden in kringlooplandbouw. Het telen en voeren van eigen gras past bij kringlooplandbouw. Grasgroei is echter een natuurlijk proces, waardoor het eiwitgehalte in gras schommelt. Veehouders vangen deze schommelingen op door het krachtvoer dat ze bijvoeren, steeds bij te stellen. Boeren kunnen door de regeling minder sturen op eiwit met krachtvoer, waardoor ze mogelijk minder gras en meer maïs gaan voeren, omdat eiwitgehaltes in maïs stabieler zijn. Dat zorgt mogelijk voor minder koeien in de wei.

Ook zal de veehouder vaker kiezen voor een hoger eiwitgehalte in zijn totale rantsoen, om te voorkomen dat de koeien te weinig eiwit krijgen. Dit leidt tot minder eiwitbenutting en zorgt voor juist hogere stikstofuitstoot.

Extra kosten

De regeling leidt ten tweede onnodig tot extra kosten. Ter aanvulling van gras krijgen koeien vaak een rantsoen dat bijvoorbeeld bestaat uit energierijk voer als aardappelen aangevuld met eiwitrijk voer, zoals koolzaadschroot. De veehouder kan zelf deels krachtvoer telen, daarnaast inkopen en vervolgens mengen. Dat is goedkoper dan kant-en-klaar mengvoer inkopen. Een melkveehouder die aardappelen koopt (en daardoor verspilling van de huidige fritesaardappeloverschotten tegengaat), koopt daarnaast meestal een kleine hoeveelheid eiwitrijk krachtvoer in, bijvoorbeeld koolzaadschroot. Met de nieuwe regeling moet de koolzaadschroot één op drie worden verdund met een eiwitarmere grondstof om onder de maximale eiwitnorm te blijven, wat wordt uitgevoerd door externe mengvoerbedrijven. Om dezelfde hoeveelheid eiwit aan zijn koeien te voeren zal de veehouder dus driemaal zoveel van dit mengsel moeten voeren, waardoor er veel minder ruimte in zijn rantsoen overblijft voor inzet van aardappelen. Dit maakt hem afhankelijker van de mengvoerindustrie en het is duurder. Bovendien is ook dit strijdig met de kringloopgedachte.

 Juridische problemen

De wijze waarop de regeling is vormgegeven, zorgt ook voor andere problemen. Een melkveehouder mag straks alleen krachtvoer voorhanden hebben, in voorraad hebben of gebruiken dat voldoet aan maxima aan eiwitgehaltes. Hierbij wordt geen rekening gehouden met boeren die langlopende contracten hebben over afname van krachtvoer dat meer eiwit bevat dan de regeling toestaat. Daarnaast verplicht de regeling tot het tijdig opruimen van bestaande voorraden. Dat kan ertoe leiden dat het gebruik van eiwitrijk krachtvoer enorm toeneemt voordat de regeling ingaat.

Alternatief

De door de minister voorgestelde regeling schiet in onze ogen zijn doel voorbij, is in tegenspraak met het idee van kringlooplandbouw en jaagt boeren onnodig op kosten. De overheid kan beter tijd en energie steken in een integrale aanpak, waarbij de boer doelen worden gesteld die op lange termijn betaalbaar en houdbaar zijn.

Dit artikel schreef ik samen met Albart Coster MsC PhD. Hij werkt bij Dairyconsult als onafhankelijk rantsoenadviseur voor melkveehouders.

Als advocaat agrarisch recht heb ik zowel kennis van procederen als van landbouwwetgeving. Ik heb verder een netwerk van diverse deskundigen waar ik mee samenwerk, die verstand hebben van de technische aspecten die erbij komen kijken, zoals Albart Coster. Ik help je dan ook graag bij vragen over de aangekondigde regeling over stikstof in voer.

Vragen of benieuwd wat ik voor je kan betekenen? Neem gerust vrijblijvend contact op via 06 340 93 944 of info@nico-advocatuur.nl. Het eerste telefonische gesprek is gratis.

De agrarische sector gaat mij aan het hart. Nieuwsgierig naar mijn achtergrond in de mooie sector en wat ik doe voor agrarisch ondernemers? Lees hier meer.